Gilbert DEFLO is geboren in Menen op 22 september 1944.
Na theaterstudies aan het Rijksinstituut voor Toneel en Cultuurspreiding (het RITCS) ontmoet hij tijdens een stage aan het Piccolo Teatro van Milaan theater- en operaregisseur Giorgio Strehler, die zijn artistieke mentor zal worden.
Als assistent bij de Nationale Opera van Brussel, onder meer van Maurice Béjart, realiseert Deflo zijn eerste regies: Il Tabarro en Gianni Schicchi van Puccini, The Good Soldier Schweyk van Kurka en L’Histoire du Soldat van Stravinsky.
Van 1982 tot 1986 wordt hij er eerste regisseur, hij voert er negen producties op: Don Carlo, Cendrillon van Massenet, Der Freischütz, Der Fliegende Holländer, Tristan und Isolde, Les Contes d’Hoffmann, La Petite Renarde Rusée van Janacek en Der Rosenkavalier. In 1993 voert hij met Falstaff van Verdi bij de Vlaamse Opera zijn laatste regie in België op.
Ondertussen heeft zijn internationale carrière al een hoge vlucht genomen. Ze neemt een aanvang in 1975 in Frankfurt met L’Amour des trois oranges van Prokofiev, een succesvolle opvoering die hem de deuren opent van de grootste operahuizen in Duitsland. In 1976 regisseert hij Il Barbiere di Siviglia voor de Hamburgische Staatsoper, een productie die er tot op vandaag op het programma staat. Nog in Hamburg realiseert hij twee opera’s gebaseerd op meesterwerken uit de Belgische literatuur: Pelléas et Mélisande van Debussy (naar Maeterlinck) en Le Grand Macabre van Ligeti (naar de Ghelderode).
Daarnaast werkt hij regelmatig in Karlsruhe (Ariadne auf Naxos, Salome, Le Nozze di Figaro, Otello, Don Giovanni), in Nuremberg (La Bohème, Lucia di Lammermoor) en Berlijn (Manon Lescaut, een productie die zal worden hernomen in Helsinki, Cagliari en Tokyo).
In Italië debuteert hij in Palermo met Fra Diavolo van Auber. Hij regisseert er verschillende opvoeringen in open lucht, in het Sferisterio in Macerata: Carmen, Falstaff, Tosca, Faust van Gounod, en in de Arena van Verona: La Traviata en Cavalleria Rusticana – Pagliacci. Voor het Scala van Milaan voert hij in 1992 Rigoletto op, met Riccardo Muti als dirigent.
In Spanje werkt hij regelmatig samen met het Gran Teatre del Liceu in Barcelona. Dame de Pique van Tchaïkovski en Il Trovatore van Verdi zijn er van zijn hand.
In Groot-Brittannië regisseert hij Die Frau ohne Schatten voor de Welsh National Opera in Cardiff en Aida voor de Scottish Opera in Glasgow, die later wordt hernomen in Lausanne, Nancy en Kopenhagen.
Vanaf 1994 wordt ook de Opéra van Parijs zijn werkterrein. Hij debuteert er met Manon, gevolgd door Don Quichotte, twee opera’s van Massenet. Nadien volgen Un Ballo in Maschera en Luisa Miller van Verdi, en La Fiancée Vendue van Smetana. Zijn regie van L’Amour des trois oranges zal er uitgroeien tot een van de lievelingen van het Parijse publiek.
In China voert hij zijn eerste opera op in 2013: Nabucco, samen met Placido Domingo voor de Opera van Beijing, gevolgd door Der Rosenkavalier in 2015 en La Sonnambula in 2018.
Gilbert Deflo heeft zich ook bewezen in het barokke genre. Samen met René Jacobs presenteert hij in Montpellier L’Incoronazione di Poppea (hernomen in het Teatro Colon in Buenos Aires), en nadien Il Ritorno di Ulisse in Patria (hernomen in Tokyo). In de Staatsoper in Berlijn laten ze het Berlijnse publiek Croesus van Keiser herontdekken, en voor het Théâtre des Champs Elysées in Parijs brengen ze Roland van Lully, hernomen in Montpellier en Lissabon.
Met Jordi Savall regisseert hij Orfeo van Monteverdi in het Liceu van Barcelona, met latere opvoeringen in Madrid en op het Festival van Edinburgh. En met William Christie voert hij, opnieuw in Parijs, Serse van Händel op.
Gilbert Deflo is ten slotte ook de regisseur van verschillende wereldcreaties: Der Traumgörge van Zemlinsky in Nuremberg, La Forêt van Liebermann in Genève en Thyl (naar Charles De Coster) van Van Gilse in Amsterdam.
Deflo werkte samen met de grootste stemmen uit de opera: Placido Domingo, Roberto Alagna, Marcelo Alvartez, Ramon Vargas, Vittorio Grigolo, José Van Dam, Samuel Ramey, Teresa Stratas, Renée Fleming, Federica Van Stade, Gwyneth Jones, Agnes Baltsa, Denyce Graves, Leonie Rysanek, Patrizia Ciofi,…
Met meer dan 150 regies in de belangrijkste operahuizen ter wereld is Gilbert Deflo een van de meest productieve operaregisseurs. Zijn repertoire beslaat de volledige operageschiedenis, van Monteverdi tot hedendaagse composities. Toch is zijn creativiteit nooit aangetast door routine. Vanuit een geweldige beroepskennis duikt Deflo telkens weer in het enthousiasme en de fascinatie voor het stuk dat hij wil opvoeren. Zijn onmiskenbaar talent, zijn precieze kennis en diepgaande studie van het stuk en zijn rijke fantasie vormen zonder twijfel mee het geheim van zijn wereldwijd succes. Meerdere van zijn realisaties worden vandaag de dag nog steeds opgevoerd in de grootste operahuizen.